Fritzi ten Harmsen van der Beek was een bijzonder talentvolle Nederlandse dichteres en schrijfster, bekend om haar gevoelige en melancholische poëzie. Ze bracht haar jeugd door in een welgestelde familie in Zutphen, waar haar artistieke aanleg al vroeg tot uiting kwam.
In de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw maakte Ten Harmsen van der Beek deel uit van de literaire avant-garde in Nederland. Haar werk werd gekenmerkt door een ongekende expressiviteit en een diepgaande reflectie op thema’s als liefde, eenzaamheid en vergankelijkheid.
Een van haar bekendste werken is de dichtbundel “Geachte Muizenpoot en achttien andere gedichten” (1965), die wordt beschouwd als een hoogtepunt in de Nederlandse poëzie. Haar gedichten zijn vaak persoonlijk en introspectief, maar tegelijkertijd universeel en herkenbaar voor een breed publiek.
Naast haar poëzie schreef Ten Harmsen van der Beek ook proza, toneelstukken en kinderboeken. Haar veelzijdigheid als schrijfster en haar unieke stem hebben haar een blijvende plek gegeven in de Nederlandse literatuur.
Fritzi ten Harmsen van der Beek overleed in 2009, maar haar poëzie blijft voortleven als een waardevolle erfenis die lezers blijft ontroeren en inspireren